Recent artikel in het Nederlands Dagblad:

Vunzig internet vraagt om meer dan filters

door André Groenewegen

Voorkómen om niet te hoeven genezen of begeleidend confronteren? Zo kun je de discussie over het gebruik van internet op christelijke scholen samenvatten. Moet je als school zoveel mogelijk filters inbouwen om uitstapjes naar ranzige, gewelddadige, hatelijke, zinloze, platte en laakbaar commerciële sites te voorkomen of wijs je de leerling op zijn eigen verantwoordelijkheid?

Als 'vunzigheidfilters' het gebrek aan kennis over internet bij ouders en onderwijskrachten moeten compenseren, dan is mr. Henk P. Medema er absoluut geen voorstander van. Medema is uitgever en publicist. Hij schreef een boek dat christelijke ouders moet helpen met internet om te gaan.,,Belangrijk is'', aldus Medema, ,,dat opvoeders zelf een visie ontwikkelen op de omgang met internet. Ze moeten het internet kennen, weten hoe je van de ene naar de andere pagina 'surft' en wat de voor- en nadelen zijn van het gebruik van internet.'' Hij vergelijkt het met een onervaren bergbeklimmer die vaak bang is voor dingen waarvoor hij niet bang hoeft te zijn. De échte gevaren ziet de ongeoefende wandelaar echter meestal niet. De enige remedie is dan trainen.

Het is volgens Medema nog maar de vraag of het beperken van internet echt uitkomst biedt. ,,Ook in pedagogisch opzicht acht ik het niet verstandig. De virtuele wereld heeft alles wat in de werkelijke wereld ook 'te koop' is. Je zet toch ook geen hekje voor de Zeedijk? Je hoopt - je leeft je kinderen dat voor - dat ze bepaalde zaken en plekken zullen mijden. Laat ze zelf ontdekken waarom iets niet goed is. Daar dient de begeleiding van opvoeders zich op te richten. Trouwens, een filter filtert slechts. Een whizzkid laat zich daardoor niet ontmoedigen.''Ouders doen er goed aan zich te verdiepen in internet, want velen hebben er geen goed beeld van. ,,Kinderen zijn vaak handiger met de computer dan pa of ma. Dus zul je als ouders er meer tijd in moeten steken.'' Natuurlijk, ook Medema kan genoeg gevaren opsommen van internet. ,,Maar er is ook heel veel positiefs. Internet is verschrikkelijk handig, onnoemelijk snel en reuze efficiënt.''

Achterhaald De keuze van Medema is niet die van de directie van het reformatorische Driestar College. Dr. Van der Hoek, voorzitter van de centrale directie, acht toezicht op internetgebruik gewenst, maar vindt het achterhaald om dat 'fysiek' toe doen. Het is geen taak voor de begeleiders die in de internetruimte aanwezig zijn, meent hij. ,,Toezicht kun je automatiseren met filters. Die kunnen screenen op taalgebruik en beelden. Filters worden nooit moe, in tegenstelling tot mensen, en ontlasten dus de toch al drukbezette docenten.''De Driestar gebruikt het softwarepakket Click Choice, om studenten op afstand te houden van sites die niets met de studie te maken hebben. ,,Sommigen noemen dat zedenmeesterij, men vindt het moralistisch en een vorm van ongewenste censuur'', aldus Van der Hoek. ,,Zwakke typeringen. Waarom durf je niet ervoor uit te komen dat je normen en waarden hebt en dat wij allen bewaring nodig hebben tegen het kwade? In de VS bestaan wetten die werkgevers verplichten hun personeel te beschermen tegen de verleiding van bijvoorbeeld pornografische sites. Ik concludeer dat je als leidinggevenden en ouders zoveel mogelijk zulke situaties moet voorkomen. Dit geldt niet alleen voor internet, maar bijvoorbeeld ook voor literatuur.''

Waterdicht is een filtersysteem nooit, daarvan is ook Van der Hoek overtuigd. ,,Daarin geloof ik niet. Er zullen ongetwijfeld dingen gebeuren die wij niet willen. Je kunt nooit de zonde buiten de deuren van de school houden. Dat moeten we ons goed realiseren. Toch neemt dat de verantwoordelijkheid niet weg al het mogelijke te doen om het kwade te vermijden. De beste bescherming tegen het kwaad wordt geboden door het voortdurende gebed 'en leidt ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze'.''

Indexeren Het geautomatiseerde filtersysteem van het Driestar College is ontwikkeld door de Vanenburg Groep in Putten, voorheen bekend onder de naam Baan Investment. Die filters zijn gebaseerd op het idee dat hoofdgebruikers bepalen wat er wel en niet op internet bekeken mag worden. ,,Het hoofd van het gezin kan per kind instellen welke internetpagina het wel en niet mag bezoeken'', aldus Herman Hollander, directeur van het softwareproject Click Choice.,,De vele soorten filtersoftware die momenteel te koop zijn, gaan uit van een zogenaamde black list.'' Die zwarte lijst bevat allerlei internetpagina's, waarvan de producent van de filtersoftware vindt dat ze beter niet bezocht kunnen worden. Hollander: ,,Het probleem met deze software is dat eigenaars van ranzige websites hiertegen bezwaar kunnen maken, omdat ze denken dat de vrijheid van meningsuiting en het recht op vrije nieuwsgaring hiermee worden aangetast.''

Click Choice deelt het internetaanbod in categorieën in, vertelt Hollander. Elke geïndexeerde internetpagina krijgt een vlaggetje. Zo krijg je een enorme databank met geclassificeerde gegevens. De Click Choice-software communiceert met de vlaggetjes in de databank. De hoofdgebruiker heeft nu handvatten om niet-gewenste informatie af te sluiten. Bijvoorbeeld voor kinderen, leerlingen of medewerkers.''In het gebruikersprofiel waarmee gewerkt kan worden, zijn allerlei grenzen te trekken met behulp van de vlaggetjes. De Driestar geeft leerlingen uit lagere klassen beperkter toegang tot internetsites dan leerlingen uit de bovenbouw. ,,Het is zelfs mogelijk van tevoren in te stellen wanneer en hoe lang kinderen mogen internetten, of ze wel of niet mogen mailen en met wie. Ook niet gewenste e-mails kunnen worden tegengehouden.''

Verantwoordelijkheid Op de Gereformeerde Scholengemeenschap Randstad in Rotterdam is het filteren van sites op internet nog volop in discussie. Systeembeheerder M. Wilschut vertelt dat alleen de bovenbouw, - ,,zeg maar de examenklassen'' - gebruikmaakt van internet. ,,Deze al wat oudere leerlingen worden geacht zelfstandig te kunnen werken. We gaan dan ook ervan uit, dat deze leerlingen verantwoordelijk met internet omgaan. Voor hen is de toegang dan ook onbeperkt. Zo geef je de leerlingen ook het gevoel dat je ze serieus neemt.''Dat neemt niet weg dat zo nu en dan wordt gecontroleerd. En in de mediatheek, waar 24 internetwerkplekken zijn geïnstalleerd, is de hele dag een mediathecaris aanwezig. Zijn aanwezigheid werkt preventief, meldt Wilschut. ,,Onlangs nog controleerden wij waar de leerlingen zoal een kijkje namen op internet. We konden niets kwalijks vinden. Natuurlijk, links en rechts zie je wel eens dat leerlingen een voetbalsite bekijken of met wat privédingetjes bezig zijn, maar daarvan lig ik niet wakker.''

Op de Rotterdamse school zijn ze er nog niet uit of internet ook toegankelijk moet worden in de onderbouw. Nu krijgen leerlingen pas in klas drie uitleg over internet. Als internet ook op jongere leeftijd toegankelijk wordt, zullen filters geïnstalleerd worden, denkt Wilschut. ,,Waterdicht zijn die natuurlijk niet; wil je kwaad, dan lukt dat altijd.''Maar hoed je voor te snel oordelen. ,,Onlangs bekeek een groep leerlingen een 'niet alledaagse' site. Uitgerekend op dát moment kwam ik het lokaal binnen. Rode hoofden alom. Wat was nu het geval? Een van de leerlingen moest een werkstuk over Hillary Clinton schrijven. Wat doe je dan? Zoeken op internet. Je wilt niet weten wat er allemaal voor troep op je beeldscherm verschijnt als je 'Bill en Hillary Clinton' intikt. Die leerlingen konden er dus niets aan doen.''

En die ene leerling die wel een keer naar schunnige webpagina's zat te kijken, moest voor straf een stuk schrijven over het bijbelboek Hooglied.

Terug naar 'kinderen en internet'